Mijn onverwachte leraren in de vrouwenopvang
Van helpen naar leren: over moed die overslaat en harten die opengaan

Mijn onverwachte leraren in de vrouwenopvang
Ik kwam er als hulpverlener. Ik dacht dat ik kwam om te geven, te helpen, te begeleiden. Maar wat ik daar leerde, in die kamers vol pijn en moed, veranderde alles.
Niet ik was hun leraar. Zij waren de mijne.
Wanneer je denkt dat je komt helpen
Er is iets ironisch aan het woord 'hulpverlener'. Het suggereert dat jij degene bent met de antwoorden, met de kracht, met wat de ander nodig heeft. Je komt binnen met je opleiding, je technieken, je goede bedoelingen.
Maar wat als je ontdekt dat de grootste lessen niet in jouw koffer zitten, maar in hun verhalen?
Je kent misschien de reddersdriehoek - dat inzichtgevende beeld van een dynamiek die, ondanks de beste bedoelingen, ongelijkwaardigheid creëert.
Ik wil jou redden, want jij bent het slachtoffer. Ik voel me goed als ik jou kan helpen. Maar voelt het slachtoffer zich afhankelijk en kleiner worden in die relatie?
En als jij niet kiest voor mijn hulpverlening, raak ik gefrustreerd. Hoe kan jij nou kiezen om in onveiligheid te blijven? Stap ik dan in de rol van aanklager? Wijs ik jou af omdat je niet kiest voor wat ik aanbiedt, wat goed voor je is?
Ik zag het om me heen gebeuren. "De vrouwen moeten toch dankbaar zijn." "Iemand heeft altijd een keuze." "Als ze niet kiezen voor ons traject, dan kunnen ze hier niet zijn."
Deze uitspraken raakten me diep. Dit voelde niet als de volledige waarheid. Het ging schuren in mij.
De mythe van de keuze
Ik zag dat je niet altijd kunt spreken van een keuze. Een keuze is er alleen in vrijheid. Als je vastzit in verstrikking, in de dynamiek van een patroon, dan kan iemand adviseren wat je moet doen - maar dat maakt de beweging nog niet mogelijk.
Als er geen vrijheid is, dan is er een patroon. Een patroon is bekend, ook al is het niet goed voor je. Je weet wel wat je kunt verwachten.
Ik begon te geloven dat iemand in bepaalde momenten niet altijd keuze ervaart. En dat het helpt als patronen zichtbaar worden.
In verbinding blijven
Hier begon mijn echte leerproces. Ik zag collega's die zich verscholen achter protocollen, procedures, professionele afstand.
Maar ik voelde iets anders. Ik kon met een open hart blijven. In de verbinding. Me niet groot houden in professionaliteit, maar in contact blijven - als mens tot mens.
Ik heb mijn compassie laten spreken. Tot tranen geroerd. Ik heb omarmd, samen gehuild. Mijn meegevoel was zichtbaar. Gemeende trots kon ik overbrengen bij hun stappen. Mijn bewondering voor hun moed.
En hier ontdekte ik de paradox: hoe meer ik mezelf gaf - mijn kwetsbaarheid toonde, mijn menselijkheid deelde - hoe meer ik ontvangt. Omdat ik in dit open hart kon blijven, kon mijn intuïtie spreken. Was ik in flow in mijn benadering. Kon ik me volledig geven in mijn levenswijsheid.
Het tegendeel van wat me geleerd was: juist door open te blijven kon ik het bij hen laten, in het besef dat zij hun lot dragen.
Moed in de rauwste vorm
Ik kon hun pijn tot in mijn botten voelen. De hoop die ze bleven houden op liefde. Het verdragen, verstrikt in toxische relaties. De angst in de stap om eruit te gaan - naar het niet-weten, het onbekende, weg uit wat vertrouwd is.
Soms werd de keus gemaakt vóór de vrouw, als de politie ingreep. Dan mocht ik het proces begeleiden van rouw. Het verloren verhaal van een happy ending, een mooi huwelijk, een gelukkig gezinsleven. Het onder ogen zien en loslaten. Op eigen beweging, als het rijp is om de droom los te laten. Om dan te kijken wat er NU is. Zaadjes planten naar een nieuw leven.
Ik was erbij met aandacht, als bedding, met begrip en een open hart. "Ik zie je."
En ik zag moed in zijn rauwste, puurste vorm. Geen Hollywood-moed, geen heldenverhalen. Gewoon een vrouw die 's ochtends opstaat en kiest om door te gaan. Die haar kinderen troost terwijl haar eigen wereld instort. Die durft te geloven dat er iets beters mogelijk is.
Die moed was besmettelijk.
De grote omkering
En toen gebeurde het. Langzaam, bijna onmerkbaar. Ik besefte dat ik naar hen keek zoals ik naar mezelf zou willen kijken. Met bewondering. Met respect. Met geloof in hun levenskracht.
Wat echt van waarde was dat ik gaf, was mijn aandacht - ze volledig zien. Hun patronen, geschiedenis, hun systeem van herkomst, strategieën om te overleven. Hun intentie, hun dromen. En nog steeds oprecht kunnen spiegelen dat ze geweldige vrouwen zijn.
Mijn compassie en liefde. Mijn bewondering. En in mijn ogen konden ze zichzelf zien. En in hun ogen kon ik mijzelf zien. Twee vrouwen met moed om het leven aan te gaan.
Ze lieten me zien dat we vooral één opdracht hebben hier op aarde: vol leven, vallen en opstaan, en in de liefde blijven geloven. Dat onze tijd kostbaar is.
Ik was gekomen om hen te helpen hun leven op te bouwen. Maar zij hielpen mij geloven dat ik het mijne mocht leven.
Wat zij me leerden over mezelf
En toen gebeurde de grootste omkering van allemaal. In hun moed herkende ik wat ik bij mezelf miste. Hun doorzettingsvermogen werd de spiegel van mijn eigen mogelijkheden.
Hun moed werd mijn toestemming - om te durven, om te falen, om opnieuw te beginnen. Hun doorzettingsvermogen hielp mij mijn waarheid te leven - niet perfect, maar echt. Hun lef om in het onbekende te stappen liet me zien dat ik ook mocht beginnen - met Crealogie, met mezelf zijn.
Want hier ontdekte ik wat later de kern van Crealogie zou worden: trouw zijn aan jezelf met alles wat er in je is. Jezelf volledig mogen leven. Een open hart. Moedig en moeiteloos jezelf zijn. Jezelf liefhebben. Niet verdragen, maar weten: je bent het waard om ge-lief-d te zijn.
Mijn omgang met hen toonde me dat ik wel kan, wel mag, wel kan gaan. Hun moed had me toestemming gegeven om te leven wat ik al jaren koesterde maar niet durfde.
De spiegel van trauma
Trauma is een harde spiegel. Het laat zien wat echt belangrijk is. Deze vrouwen hadden alles verloren - huis, zekerheid, soms familie. Maar wat overbleef was essentieel: hun kern, hun waarheid, hun onbreekbare wil om door te gaan.
Ik begon mezelf af te vragen: wat is mijn kern? Wat blijft over als ik alle angsten, alle 'maar wat als', alle excuses wegpeel? Ik begreep dat ik trouw moet zijn aan deze essentie door haar ruimte te geven en niet in te houden.
Wat ik nu weet
Echte begeleiding gaat niet over het hebben van antwoorden. Het gaat over het durven zijn wie je bent, zodat een ander ook mag zijn wie zij is. Het gaat over herkennen in plaats van repareren.
Die vrouwen leerden me dat moed niet betekent dat je geen angst hebt. Moed betekent dat je door je angst heen gaat omdat er iets belangrijkers is.
En misschien kan ik voor anderen zijn wat zij voor mij waren: een spiegel waarin je je eigen moed kunt zien.
Wie waren jouw onverwachte leraren? Waar heb jij geleerd dat moed besmettelijk is?